You are here:

Marktwerking in de zorg

Nederland is aan het vergrijzen. De babyboomgeneratie is momenteel rond de zeventig jaar oud, een leeftijd waarop veel ouderen meer zorg nodig hebben. Daarnaast is in tien jaar de levensverwachting met bijna twee jaar toegenomen. Een gevolg van deze ontwikkelingen is dat de uitgaven aan gezondheidszorg en welzijn toenemen.  

Voor 2006 was er een betaalbare zorgverzekering voor burgers met een laag of modaal inkomen geregeld door een ziekenfonds. Burgers met een hoger inkomen dan €33.000 per jaar kwamen hier voor in niet aanmerking en konden zich aansluiten bij een particuliere zorgverzekeraar. Mensen, die wel in aanmerking kwamen voor een ziekenfonds, betaalden een lage premie en de rest werd afgestaan door hun werkgever. Dit kwam neer op acht procent van het bruto inkomen. In tegenstelling tot de ziekenfondsen waren de premies van particuliere zorgverzekeringen erg hoog. De vergoeding die een arts kreeg voor een burger met een ziekenfonds was veel lager dan de vergoeding voor een burger met een particuliere verzekering. Op een gegeven moment werd dit verschil zo erg dat artsen liever eerst de burgers met een particuliere verzekeringen hielpen. 

 

In 2006 werden de ziekenfondsen afgeschaft en maakten zij ruimte voor de verzekering zoals wij die nu kennen. Iedereen moet zich aansluiten bij een zorgverzekering met een basisverzekering en de verzekerde kan hier zelf aanvullende verzekeringen bij nemen. Daarnaast mag een zorgverzekeraar niemand weigeren. Het instellen van de basisverzekeringen had verschillende doelen, zoals: een goede volksgezondheid, het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en een toegankelijke en betaalbare zorg. Deze doelen moeten worden bereikt door middel van meer concurrentie in de zorg. Deze concurrentie noemen we marktwerking. 

 

Er zijn drie hoofdrolspelers in de zorg, die met elkaar concurreren: de zorgvragers, de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders. De marktwerking zit hem in de relatie tussen deze drie spelers. Zorgvragers zijn verplicht zich te verzekeren en doen dit bij de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars kopen voor de zorgvragers zorg in bij de zorgaanbieders. De zorgaanbieders verlenen op hun beurt zorg aan de zorgvragers. Er is dus sprake van een kringloop. Dit stelsel werkt doordat iedereen verplicht is een zorgverzekering af te sluiten. De zorgvrager kan zelf kiezen bij welke zorgverzekeraar hij/zij dat doet. De zorgverzekeringen verschillen in prijs en aanvullende verzekeringen. Zorgverzekeraars moeten vervolgens zorg inkopen bij de zorgaanbieders. Zij onderhandelen over de prijs, hoeveelheid en kwaliteit van de zorg. Ook hier is sprake van concurrentie. De zorgaanbieders strijden tegen elkaar om de gunst van de zorgvragers, aangezien de zorgvrager zelf bijvoorbeeld zijn fysiotherapeut kiest. Dit zorgt ervoor dat de zorg tegen een goede prijs aangeboden wordt. Dit concurrentie op al deze vragen is de marktwerking. 

De ESB, Economische Statistieke Berichten, heeft een kijkje genomen naar hoe de kosten zijn veranderd sinds de invoering van de basisverzekering in 2006. In de onderstaande tabel is te zien hoe de verzekeringen zich ontwikkeld hebben van 1995 tot 2017. De linkerhelft van de tabel gaat over de particuliere zorgverzekeringen voor het invoeren van de basisverzekering. De rechterhelft van de tabel gaat over de zorgverzekeringen na het invoeren. Opvallend is dat de operationele kosten van alle zorgverzekeraars erg is afgenomen. Daarnaast zijn de winstmarges sinds 2006 naar beneden gegaan. In sommige jaren waren de winstmarges zelfs negatief. Kortom, de cijfers laten zien dat het invoeren van de basisverzekering heeft gezorgd voor marktwerking. 

Hoewel marktwerking destijds een goede oplossing was, heeft het nu ook tegenstanders. Hugo de Jonge, politicus van het CDA en minister van volksgezondheid, deelde zijn mening over marktwerking in zijn interview met het AD in 2019. De Jonge  is van mening dat zorg helemaal markt hoort te zijn. Hij vindt dat er meer samenwerking zou moeten komen tussen de zorginstellingen. Hij noemt als voorbeeld de geparkeerde auto’s van verschillende zorgaanbieders van wijkverpleging. In zijn ogen is dit inefficiënt. De Jonge zou liever zien dat zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gemeenten samenwerken en verantwoordelijkheid nemen voor de zorg binnen de regio. Hij wil dat samenwerken bovenaan staat en niet concurreren. Het samenwerken zou ervoor zorgen dat de kosten van de zorgverzekering omlaag zou kunnen gaan. 

 

Kortom, het invoeren van de basisverzekering heeft er onder andere voor gezorgd dat de wachtrijen minder lang werden en dat de kosten in de zorg omlaag gingen. De premies werden lager, maar ook de operationele kosten daalden. Dit werd veroorzaakt door marktwerking. Hoewel de cijfers beter zijn geworden, zijn er toch twijfels bij de marktwerking. Sommigen vinden echter dat de zorg helemaal geen markt hoort te zijn. Volgens hen zou het in de zorg niet gaat om concurreren, maar om samenwerken moet gaan. Wellicht dat hiervoor in de toekomst ook daadwerkelijk stappen worden gezet.


Dit artikel is geschreven door Esther Valkonet