Als econometristen duiken wij graag de statistiek in. Maar kloppen deze cijfers wel met de werkelijkheid? De economie wordt alsmaar complexer en de vraag of de statistieken van tegenwoordig nog wel realistisch genoeg zijn komt steeds vaker naar boven. Statistiek speelt een grote rol in de maatschappij en het is daarom niet verkeerd om hier kritisch naar te kijken. Meten cijfers nog wel wat ze moeten meten? Vele belangrijke beslissingen worden gebaseerd op economische statistieken. Al jaren worden deze cijfers bijgehouden en verwerkt tot miljoenen rapporten. Er is alleen steeds meer twijfel hoe goed deze cijfers zich verhouden tot de werkelijkheid. De complexe economie van tegenwoordig is namelijk niet meer zo eenvoudig te omschrijven als vroeger. Dit zorgt ervoor dat het steeds lastiger wordt om economische concepten in accurate cijfers te verwerken. Moet men dan alle cijfers wantrouwen?
Veranderingen bijbenen
Inflatie is één van de eerste economische begrippen die je leert op de middelbare school en heeft veel impact op de economie. Het is een stijging van het algemeen prijspeil, oftewel het geeft aan hoeveel de koopkracht zal gaan afnemen in de toekomst. Aangezien inflatie als correctie wordt gebruikt in vele economische zaken, zoals pensioenen en lonen, moet het nauwkeurig worden bepaald.
Bij het bepalen van de inflatie is de prijs-kwaliteit verhouding een lastig aspect. Neem als voorbeeld de iPhone. De nieuwste iPhone van tegenwoordig heeft ongeveer dezelfde prijs als de nieuwste iPhone van 5 jaar geleden, maar in kwaliteit is er veel veranderd. De huidige iPhone heeft meer geheugen en een betere lens en batterij, dus je hebt een betere iPhone voor dezelfde prijs. In andere woorden, je betaalt minder voor dezelfde prestatie.
Bovendien heeft de iPhone van tegenwoordig meer functies dan de iPhone van 5 jaar geleden. Nu dient een telefoon namelijk ook als radio, navigatiesysteem, afstandsbediening et cetera. Dit zou betekenen dat je goedkoper uit bent dan 5 jaar geleden, omdat je nu voor dezelfde prijs meerdere apparaten koopt.
Aan de andere kant betaal je als koper evenveel geld voor een up-to-date telefoon en zijn de productietechnieken verbeterd, waardoor de productiekosten voor een iPhone lager liggen.
Dit voorbeeld laat zien dat veranderingen in kwaliteit het lastig maken voor statistici om de precieze inflatie te bepalen. Het is namelijk maar net hoe je er naar kijkt; is er minder inflatie omdat je eigenlijk minder betaalt voor hetzelfde resultaat of betaal je gewoon de prijs voor de technieken van tegenwoordig?
Dit kan je ook omdraaien. Sommige producten, zoals keukenapparatuur, moeten tegenwoordig sneller worden vervangen maar hebben nog steeds dezelfde prijs. Er is sprake van inflatie. Daarnaast verschillen de meningen over de veranderde kwaliteit en verschilt het per persoon wat ze kopen in het dagelijks leven, waardoor het voor iedereen anders kan zijn hoe groot de inflatie werkelijk is.
Ook veranderingen in de maatschappij hebben invloed op de inflatie. Stel dat er meer misdaad in de wijk is, waardoor je een duurder alarmsysteem in huis wilt laten installeren. In feite heb je gewoon een beter product gekocht, dus statistici zien dit niet als inflatie. Eigenlijk heb je wel meer geld uitgegeven om hetzelfde niveau van beveiliging te behalen, dus voor jou is er wel sprake van inflatie.
Zulke veranderingen zijn erg lastig om in cijfers te bevatten, waardoor het ook moeilijk is om het mee te nemen in de inflatieberekeningen. Dit betekent niet dat de inflatiecijfers niet correct zijn, maar ze zeggen minder over of ons dagelijks leven daadwerkelijk duurder is geworden.
Meer handel, meer verwarring
Zo zorgt ook de internationale handel voor veel chaos in de binnenlandse cijfers. Export en import spelen een grote rol in de Nederlandse economie, waardoor dit in onze statistiek tot veel problemen kan leiden. Er is namelijk een verschil in mening tussen landen over wat er precies de grens overgaat aan export en import. Tussen de buurlanden Nederland en Duitsland doet dit probleem zich ook voor en het keert over de hele wereld terug. Het gemiddelde verschil tussen de cijfers van deze buurlanden was het afgelopen decennium namelijk gemiddeld 30 miljard dollar per jaar. Met de gedachte dat de jaarlijkse export naar Duitsland op ongeveer 110 miljard dollar lag, is dit niet erg bevorderlijk voor de betrouwbaarheid van de Haagse statistieken. Toch worden er belangrijke politieke beslissingen gemaakt gebaseerd op deze cijfers.
De oorzaak van dit verschil is niet slordigheid, het komt simpelweg door het feit dat het onduidelijk is hoeveel Nederland precies naar Duitsland exporteert. China exporteert bijvoorbeeld telefoonhoesjes naar Duitsland via de Rotterdamse haven. Voor de Berlijnse cijfers wordt dit gezien als import vanuit China, terwijl in Nederland het wordt geregistreerd als export. Dit zorgt voor verwarring in de cijfers.
Daarnaast komen tegenwoordig de onderdelen voor een product uit veel verschillende landen. Om dit probleem op te lossen, moet er gerekend worden met toegevoegde waarde aan het product, maar dit is monnikenwerk en erg ingewikkeld. Toch is dit wel een belangrijk probleem als je kijkt naar het feit dat er volgens de Amerikaanse centrale bank in 2009 een derde van het Amerikaanse handelstekort met China weg zou vallen als er niet gerekend wordt met de indirecte import.
De eeuwigdurende bbp-discussie
Aan de andere kant is de bekende bbp-discussie. Volgens het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) de belangrijkste graadmeter voor de economische ontwikkeling in ons land. Volgens critici is dit een verkeerde maatstaf, omdat het belangrijke zaken als veiligheid, gezondheid en milieu negeert. Het tegenargument is heel simpel: hier is het bbp niet voor bedoeld. Het bbp meet de totale geldwaarde in een land en geen zaken als geluk en welzijn. In dit geval is er dus geen sprake van onbetrouwbare cijfers, maar een verkeerd gebruik ervan. Als luie politici, journalisten of onwetende burgers dit op een verkeerde manier gebruiken, kan de schuld niet op statistici worden afgeschoven. Er moet dan gewoon een nieuwe graadmeter worden bedacht.
Het is belangrijk om af en toe kritisch naar het eigen werk te kijken en statistiek is nou eenmaal een ingewikkelde maar belangrijke benadering van hoe de maatschappij ervoor staat. Terwijl de Nederlandse statistici wereldwijd groot aanzien hebben, is het ook voor ons als kikkerlandje moeilijk om de gecompliceerde economie van tegenwoordig correct in cijfers uit te drukken. Door de moderne complexiteit zeggen cijfers mogelijk minder over de werkelijke prijs van het dagelijks leven of over hoe de huishoudens ervoor staan. Ook de Haagse cijfers zijn niet meer zo precies door de vele internationale handel, terwijl aan de hand van deze cijfers belangrijke politieke beslissingen worden gemaakt. Wie de cijfers voor professioneel gebruik toepast, moet goed kijken naar de betekenis van de gegeven cijfers.
Toch zal statistiek nog een lange tijd een belangrijke rol spelen in de samenleving. Het is aan ons, als econometristen, de taak om de maatschappelijke ontwikkelingen zo accuraat mogelijk in cijfers te verwerken, ook al zal dit een steeds grotere uitdaging worden.
Mügge, D. (2017) Inderdaad, Nederland moet niet alleen vooruitgaan in de statistieken. De Correspondent, Nederland.
https://decorrespondent.nl/7438/inderdaad-nederland-moet-niet-alleen-vooruitgaan-in-de-statistieken/2914842586194-a1df2822
Mügge D. (2018) De economische statistiek wordt van binnenuit aangevreten. Follow The Money, Nederland.
https://www.ftm.nl/artikelen/de-economische-statistiek-wordt-van-binnenuit-aangevreten?share=1
Dit artikel is geschreven door Renske Zijm.